De Roskam
Onze buurt kent een rijke historie. Deze keer kunt u lezen over ‘De Roskam’, herberg te Rietveld , hoek Zegveldse Uitweg
Slechts weinig Rijnoeversbewoners zullen zich herinneren dat op de plek waar de firma Bolton nu een kantoor aan het bouwen is, café “de Roskam” gevestigd was. De Herberg werd rond 1745 gebouwd en stond nabij een driesprong van belangrijke wegen en waterwegen tussen Leiden, Gouda, Utrecht en Amsterdam. Toen de sloop in 1968 ten behoeve van de verkeersveiligheid begon, kwam er een einde aan een herberg die meer dan tweehonderd jaar een belangrijke rol gespeeld had in de geschiedenis van Rietveld.
Ambachtsheerlijkheid Rietveld
In het begin van de 18e eeuw was Rietveld en de Bree een schoutambacht dat juridisch onder het baljuwschap Woerden viel. De bebouwing aan de Rietvelderdijk bestond voornamelijk uit een lange rij boerderijen, voor het merendeel eigendom van voorname families uit Woerden, Gouda, Haarlem, Leiden en Amsterdam. De boeren pachtten deze boerderijen en het bijbehorende land. Aan de west kant van Woerden was ook een aantal pannen- en steenbakkerijen gevestigd. Abraham van der Win, een rijke koopman uit Woerden kocht in 1724 voor 3300 gulden de ambachtsheerlijkheid van Rietveld van de Staten van Holland en hij mocht zich sindsdien “heer van Rietveld en de Bree” noemen. Een ambachtsheerlijkheid was een gebied waarin de plaatselijke heer naast allerlei voorrechten, de rechtspraak mocht uitoefenen. Behalve de ambachtsheerlijkheid Rietveld kocht Abraham van der Win ook de ambachtsheerlijkheid Barwoutswaarder en Bekenes voor 2150 gulden. Na de dood van Abraham in 1739 erfde zijn neef Adolph van der Win Janszoon de heerlijkheid en titel. Adolph was behalve heer van Rietveld en Barwoutswaarder tot aan zijn dood in 1784 ook schout en secretaris van de twee heerlijkheden
Cornelis van der Leeuwen bouwt de Roskam
In 1738 kocht steenbakker Cornelis Plomp het stuk grond op de hoek van de Rietveld en de Zegveldse Uitweg van Abraham van der Win, omdat het land geschikte klei had, die gemakkelijk per schip te vervoeren was naar zijn fabriek. Anderhalf jaar later verkocht hij een gedeelte van zijn grond weer door aan Cornelis van der Leeuwen. Hij is degene geweest die de herberg tussen 1740 en 1747 bouwde. De verkeersdrukte was in die tijd gering, de weg was slecht; de meeste mensen reisden per trekschuit en het Jaagpad liep langs de Oude Rijn op Barwoutswaarder.
Klanten: reizigers en arbeiders
De klanten van de herberg waren voornamelijk ruiters en mensen die per rijtuig reisden. Zij konden in de herberg eten en drinken en de paarden konden ververst worden. Ook was er gelegenheid om te overnachten. De herberg profiteerde van het scheepvaartverkeer. De arbeiders uit de steen- en pannenbakkerijen kwamen waarschijnlijk geregeld een drankje halen. De arbeiders op de steenplaatsen waren in de 18e en 19e eeuw sterk afhankelijk van de fabrikanten. Ze werden op jaarbasis ingehuurd en werden ondergebracht in huisjes van de fabriek. Ook hun vrouw en kinderen moesten meewerken. Onder de arbeiders waren er weer verschillende ‘specialisten’: er waren aardwerkers, steenvormers, kleivletters, stokers, kruiers, allemaal onder leiding van een ‘meesterknecht’. Het was ruw volk, dat, aldus de Woerdense stadsbeschrijver Olivier Groeneijk in 1829, met een eigen dialect sprak, afwijkend van dat van de mensen in het centrum, en dat in juli een eigen ‘pannenbakkerskermis’ hield. De pan- en steenarbeiders dronken, vochten en deden alles wat God verbood in herbergen als De Roos, Het Dorstig Hert en de Roskam, maar waren toch elke dag gereed en in staat om hun 12- tot 14-urige werkdag vol te maken.
Gerechtshuys
De herberg kreeg al snel de status van “Gerechthuys” van Rietveld. Hier vonden rechtszittingen plaats, openbare verkopingen, werden akten gepasseerd en andere bestuurlijke zaken, waarbij er, al dan niet op kosten van het ambacht, flink gegeten en gedronken werd. Ook vonden er zakelijke transacties plaats. De faciliteiten werden in de loop der jaren uitgebreid: men kon bij de Roskam rijtuigen huren en men kon er kolf spelen, een populair balspel in die tijd. Er werd aan het gebouw een kolfbaan toegevoegd.
Bestuurscentrum
In 1817 werd de Gemeente Rietveld en de Bree opgericht en herberg “de Roskam ” werd het bestuurscentrum. Het gemeentebestuur huurde een kamer die permanent beschikbaar moest zijn voor het houden van vergaderingen van het gemeentebestuur, het sluiten van huwelijken en andere gemeentelijke activiteiten. Ook werd de Roskam een schakel in de paardenpostdienst, in die tijd een belangrijke vorm van post bezorgen waarbij de postkoets het vervoermiddel was. Koning Willem I stimuleerde de infrastructuur en de Rietvelderdijk werd gepromoveerd tot “Koninklijke Straatweg”. Het was inmiddels een belangrijke weg tussen de verschillende dorpen en steden en de klandizie voor de Roskam groeide. In de stal stonden op een gegeven moment op de dag van de paardenmarkt, voorafgaande aan de bekende “Woertse mart” wel vijftig paarden. Toen C.J. Bredius in 1825 burgemeester van Rietveld werd vergaderde hij vaak in zijn woning in Woerden. Hij combineerde zijn burgemeesterschap van Rietveld met dat van Barwoutswaarder, Waarder, Kamerik Mijzijde, Houtdijken en ’s Gravesloot, Woerden en Zegveld.
Van herberg naar kroeg
De Roskam was aan het einde van de 19e eeuw al meer een kroeg of koffiehuis dan een herberg. In het begin van de 20ste eeuw begon het zijn status te verliezen; het werd een café met biljart. De concurrentie van restaurant “Het Grauwe Paard” (nu de Florijn) en de Krom (nu JanZen) werd gevoeld. De raadsvergaderingen werden in de bovenzaal gehouden. Vanaf 1956 werden de raadsvergaderingen niet langer in de Roskam gehouden, maar bij de familie Voordouw op Rietveld.
Inventarislijst
Hoe de Roskam er vanbinnen uitzag is beschreven in een inventarislijst uit 1880, die bewaard gebleven is. Er was een gelagkamer met een toonbank, twee tafels en veertien stoelen en een kooi met een duif. In de bovenkamer waren zes tafels, 36 stoelen en een biljart. Menige boerenbruiloft zal in de Roskam gevierd zijn. De voorkamer was de raadszaal van de gemeente Rietveld. Hier stond een mahoniehouten raadstafel met acht stoelen. Verder was er een Bijbel en “Het Boek der Martelaren”.
Sloop van de Roskam
In 1964 ging de gemeente Rietveld op in de gemeente Woerden. De gemeente vond de verkeerssituatie op de driesprong bij de Roskam erg onoverzichtelijk en er werd besloten de Roskam te slopen. Het pand was inmiddels al behoorlijk vervallen. Op 27 maart betaalde de gemeente Woerden 30.000 gulden aan de toenmalige eigenaresse, de weduwe Kleijne-Uytewaal. Café de Roskam werd met de grond gelijk gemaakt.
Bronnen:
W.C.R. Alkemade, De Roskam, een herberg te Rietveld, SHHV Heemtijdinghen, jaargang 25, nr.2, 1989 p.38-47
Het Verhaal van Woerden, de verhalen 21. Pan- en Steenfabrieken dit verhaal is er niet meer